Typhoon: Lobi Da Basi - de cover
De cover van Lobi Da Basi zou er in mijn gedachten eigenlijk heel anders uit hebben gezien.
Tijdens het maakproces van de plaat had ik een prachtige donkere foto van Krijn van Noordwijk als cover bedacht die de diepte van de bluesiness van de plaat en vooral van het maakproces naar boven zou tillen. Totdat Jay Sunsmith op een ander idee kwam. Hij is de maker van talloze kunstwerken als het draait om platenhoezen.
Zo hebben Opgezwolle’s Eigen Wereld, Duvel Duvel’s AapOTheek, en mijn eigen Tussen Licht en Lucht boek nog steeds een prominente plek in mijn huis. Juist omdat het kunstwerken op zich zijn naast de muziek.
Ik was nooit echt bezig met de functie van een platenhoes, maar ik vind het wel belangrijk dat het eyecatchers zijn, daarom werk ik dus met een Jay.
Het is nog steeds bizar hoe intuïtief we aan de cover van Tussen Licht en Lucht, mijn vorige plaat, waren gekomen; Jay tekende iets dat ik de vorige nacht in een droom had gezien zonder dat ik het had verteld. Dan is daar direct de bevestiging dat we elkaars taal spreken.
Bij de hoes van Lobi Da Basi zat ik er wat dieper in, ik wilde de blues naar voren halen, de donkerheid. Deels als uiting van mijn Surinaamse cultuur, deels omdat de jaren waarin Lobi Da Basi gecreëerd is voor mij heftige jaren zijn geweest.
Maar Jay had iets anders voor ogen. Hij had mijn voorstel nog wel een paar keer geprobeerd maar zijn instinct zei hem wat anders. Wij wilden op hetzelfde uitkomen; viering van de menselijkheid, de Surinaamse cultuur, van de muziek, van de imperfectie.
Jay zag juist kleuren voor zich, geïnspireerd op oude Surinaamse-Caribische prenten. Gebaseerd op mijn vorige ervaringen met hem volgde ik zijn oog en visie op beeld als communicatiemiddel.
Net zoals de geheel zwarte hoes van Opgezwolle’s Eigen Wereld de perceptie van de luisteraar kleurde (de plaat werd als ‘zwart en duister’ omschreven), zo werd Lobi Da Basi in de eerste reacties als ‘zomers’ bestempeld.
In eerste instantie was ik wat confused. Huh?! Zomerse plaat?! Mijn teksten zijn alles behalve zomers, de muziek heeft naast Hemel Valt en Surfen naar mijn idee niet echt een zomerse vibe en toch werd de plaat zo ontvangen.
Toen begreep ik wat Jay mij al die tijd duidelijk probeerde te maken. Als de hoes zwart zou worden, had dat nog meer de onderkant benadrukt die voor mij heel erg aanwezig is. Door deze hoes zo kleurrijk te maken, is de eerste aanraking met Lobi Da Basi opener en kan je zowel intunen op de zon die je voelt stralen als je naar onze optredens gaat en de hoop die in de muziek en teksten door klinkt, maar er is ook nog steeds alle ruimte voor de donkerheid, de schurende onderkant van de muziek.
Hoewel ik heel erg moest wennen aan deze zonnige hoes, en vooral aan mij met een zonnebril, heeft Jay mij en daarmee ons een enorm kado gegeven door mij en de muziek de kleur te geven die ik zelf niet meer voelde omdat ik te diep in het albumproces zat. Jay’s genialiteit wist mij het laatste zetje te geven om mij thuis te brengen op mijn eigen plaat waarvoor ik hem erg dankbaar ben.
Record Store Day is niet alleen ten behoeve van de platenzaken, labels, artiesten en muzikanten. Laten we op deze dag juist alle vormgevers en kunstenaars een spotlight geven die ervoor zorgen dat het eerste oogcontact met onze muziek eentje is die aantrekt en nieuwsgierig maakt en zo nieuw leven geven aan de muziek.
Lobi!