David Gilmour - Rattle That Lock
Door Patrick Lamberts
Gitarist en zanger David Gilmour heeft met Pink Floyd wereldfaam verworven. Dat hij daarnaast ook een solocarrière heeft, is minder bekend. Het nieuwe Rattle That Lock is pas zijn vierde album onder eigen naam. Het is ook meteen met afstand zijn mooiste solowerk, want sfeervol, tijdloos en constant. Die termen zijn niet altijd van toepassing op solodebuut David Gilmour (1978), het inmiddels wat gedateerd klinkende About Face (1984) en het kwalitatief schommelende On An Island (2006).
Rattle That Lock opent typisch Gilmour. 5 A.M. is een instrumentaal nummer waarbij strijkers en de knappe signatuursound van Gilmours elektrische gitaar hand in hand gaan. Een mooie akoestische gitaartokkel legt de bodem voor de gitarist om gedefinieerd en betoverend te soleren.
Vervolgens is er de titelsong. Als eerste single uitgebracht. Gilmour schreef het naar aanleiding van een jingle die hij op een Frans treinstation hoorde. Die jingle dient als basis van een swingend nummer. De rasperige zang van Gilmour is hier volop aanwezig, evenals fraaie achtergrondkoortjes, en Hammondorgelspel van co-producer Phil Manzanera (Roxy Music).
Faces Of Stone begint met intrigerende pianoklanken. In de verte doen ze denken aan de welbekende openingsnoten van Pink Floyd’s Shine On You Crazy Diamond. Accordeon en Franse hoorn geven het akoestisch gedreven liedje een sfeer die is om te omschrijven als ‘un peu de Paris’. Maar dan wel een Parijs waarbij de ‘clochards’ op de loer liggen om ‘du pain et du vin’ te stelen van ‘les nouveau riches’. Zo’n dreigende ambiance heerst er namelijk wel. Maar ondanks - of dankzij - de mineursetting een erg fraaie tegenhanger van Rattle That Lock.
A Boat Lies Waiting is net zo melancholisch als het fraaie The Blue van On An Island en is een van de hoogtepunten van het album. Deze ode aan wijlen Richard Wright, voormalig toetsenist van Pink Floyd en goede vriend van Gilmour, begint met een kippenvel creërend duet tussen piano en gitaar, die laatste soms bijna als een dolfijn klinkend. Het zou zomaar eens een nummer kunnen worden dat op veel begrafenissen als laatste eer zal worden afgespeeld. De betoverende samenzang van Gilmour met David Crosby en Graham Nash raakt hoe dan ook een gevoelige snaar terwijl de hypnotiserende pianopartij door blijft kabbelen als het water van een kalme zee.
Dancing Right In Front Of Me is weer meer uptempo en bevat fraaie zangmelodieën. Het jazzy middenstuk met subtiel vraag-antwoordspel tussen gitaar en piano is een opmaat naar een gitaarsolo met lange uithalen ondersteund door een hoop ‘ge-oeh-zang’ op de achtergrond.
In Any Tongue wordt ingeluid door een fluitende Gilmour en zodra de band komt invallen worden herinneren aan Comfortably Numb opgeroepen. Vooral omdat de nummers een vergelijkbaar tempo hebben, bijna walsend, wat zorgt voor een epische en dramatische sfeer. De finale is er precies zo eentje zoals je van Gilmour hoopt te horen: met een uitgesponnen gierende gitaarsolo waarvan elke noot raak is.
Sowieso kunnen liefhebbers van Gilmours specifieke gitaarsound hun lol op met Rattle That Lock. Want ook het instrumentale Beauty zet zijn snarenspel op de voorgrond. Keyboards zorgen voor een mysterieus, dromerig decor waarop de gitaar de hoofdrol kan eisen. Fraai. Vermakelijk. En mede dankzij goed gekozen pianoklanken bij tijden intrigerend. Het nummer leeft ook op dankzij een lekker drumritme, maar voordat het tot een climax komt, wordt er een fadeout ingezet.
Met Girl In The Yellow Dress Gilmour laat zich van zijn meest jazzy kant horen. Dankzij shuffelende percussie, tintelend toetsenspel (van Jools Holland) en jazzcat-achtige saxofoonklanken van Colin Stetson zie je direct een oude, rokerige jazzkroeg voor je. Een fijne afwisseling op de melancholische gitaarrock die op deze plaat overheerst.
Today werd net als Rattle That Lock al vrijgegeven voor de release van het album. De samenzang en kerkorgelsound doen in eerste instantie aan een kerstnummer denken, maar die gedacht wordt na een kleine minuut verbroken. Het nummer slaat om met een lekkere groove en een jaren tachtig-achtig gitaargeluid. Net als veel andere songs op Rattle That Lock wordt de compositie aangedikt met orkestraties van Zbigniew Preisner, met wie Gilmour eerder samenwerkte voor de live-DVD Live At Gdańsk.
And Then... rondt het album af zoals het begint: met een instrumentaal nummer met een fraai meefluitbaar thema, aangevuld met een korte akoestische gitaarsolo. De plaat dooft vervolgens uit met een knapperend (kamp)vuur en dierengeluiden. Gilmour heeft in interviews aangegeven dat hij graag gerespecteerd wordt om zijn solowerk en niet alleen om zijn bijdrage aan Pink Floyd. Die wens zou met Rattle That Lock weleens in vervulling kunnen gaan.
Over het vinyl:
Format: gate fold sleeve met lekker zwaar vinyl en antisliphoes.
Extra’s: zestien pagina’s tellend boek met foto’s, songteksten en credits, en een downloadcode voor een digitale versie van het album