Flying Horseman – Night Is Long
Door Dennis Dekker
De eerste kennismaking met de Belgische band Flying Horseman herinner ik me nog heel erg goed. Het was Eurosonic 2014. Die twintig minuten livemuziek in een kleine platenzaak in Groningen brachten me zo in vervoering dat ik besloot om ze diezelfde avond nogmaals te aanschouwen. Het was het begin van een hardnekkige verslaving.
Per direct verzamelde ik met terugwerkende kracht alles (drie albums en een EP) van deze Antwerpse band onder leiding van Bert Dockx. Hun laatste wapenfeit Night Is Long, mag wat mij betreft met recht hun magnus opus genoemd worden. Zonder overdrijven: alles aan dit vierde album is goed. Het immer stemmige artwork natuurlijk, maar ook is er die heerlijk kleurrijke en tevens kraakheldere productie (die al sinds hun eerste album verzorgd wordt door Koen Gisen). Je hebt mede door dit intens directe en ook zeer brede geluid het idee dat je letterlijk zelf in dat zaaltje of die oefenruimte naar Flying Horseman aan het kijken en luisteren bent. Je bent geen buitenstaander, je maakt deel uit van het geheel. Ik kan u vertellen: dat aspect maakt de Flying Horseman-verslaving alleen maar heftiger.
Dat gevoel was er al sinds die eerste keer dat ik een live-concert van Flying Horseman bijwoonde en het is nooit meer weggegaan. Die typische opbouwende, steeds weer herhalende laagjesmuziek: ‘t grijpt je naar de strot, brengt je in vervoering en verzorgt een natural high waartegen je je niet kunt en wilt verzetten.
En dat blijkt dus ook voor hun sfeervolle albums te gelden. Sterker: bij Night Is Long lijkt het resultaat nog beter dan voorheen overeen te komen met die live-sensatie. Uiteraard zijn het bovenal de songs van Bert Dockx en consorten die deze band echt interessant maken. Jazzy artrock vermengen ze net zo gemakkelijk met ambient-klanken als met postpunk, artrock en indie-uitbarstingen. Feit is: hoe divers ook, je ondergaat het als luisteraar even gemakkelijk. Je geeft je er noodgedwongen aan over.
Neem die roestige gitaartokkel in opener Wild Colours als eerste voorbeeld. Als je na 3.45 minuten eindelijk denkt een patroontje te kunnen ontwaren, dan verandert de tokkel in een verzengende solo die als een stuiterbal kriskras door de compositie buitelt. Dat rebelse aspect wordt zalig gecombineerd met een prachtige samenzang tussen het donkerbruingekleurde stemgeluid van Dockx en de engelachtig zingende zusjes Loesje en Martha Maieu. Voor je het weet, ben je bij het tweede nummer aanbeland. Daarover gesproken: Faithfully Yours lijkt de eerste seconden, mede door de bijna identieke gitaarlick, heel erg op een liedje van Rob de Nijs (‘Het werd zomer’), maar transformeert niet lang daarna tot een meeslepende Caviaanse muziektrip met een David Gilmourslide die z’n hallucinerende weerga niet kent. Het sprookjesachtige Little Boy is dan weer onberekend rustig en lichtvoetig van toon. De sfeervolle song Spider begint eveneens traag, maar giert door een geweldige percussieve opbouw uiteindelijk na zo’n 4 minuten op een heerlijk eigenwijze manier uit de bocht.
De term magnus opus is kortom niet voor niets gekozen. De band is op dreef. De straffe ritmesectie Mattias Cré (bas) en Alfredo Bravo (drums) voorop. Die zijn meer dan ooit van groot belang voor het geluid van deze band. Ook gitarist Milan Warmoeskerken trekt op dit album talloze trukendozen open. Het dreigende Brother is daar een excellent voorbeeld van. Dat ontaardt uiteindelijk in een smaakvolle dEUS-achtige chaos.
Deze muzikale nacht is lang en divers. Maar veel belangrijker: nergens wordt het saai. Immer is de verslavende werking van Flying Horseman aanwezig. Ja, de nummers zijn stuk voor stuk lang en nooit slaat de verveling toe. Het intieme We Are One is met ruim drie minuten het kortste nummer van het album, het fenomenale Floydiaanse slotstuk dat tevens het titelnummer is, duurt bijna vier keer zo lang. Nimmer komt de kater; als luisteraar wil je altijd meer. Over meer gesproken: het geweldige ritme van Money zorgt er voor dat je als luisteraar meer dan 8 minuten lang in complete trance geniet van een bezwerende rockband in topvorm.
Vervolgens zorgt het jazzy-achtige Chaos voor wat rust in je brein, maar tegelijkertijd bedenk je hoe fijn je het eigenlijk vindt dat deze psychedelische, caleidoscopische nacht nog niet over is. Een nacht die broeierig, zweterig en romantisch is en voor een groot gedeelte om improvisatie draait. Dat wordt ook wel duidelijk wanneer weer begint bij het eerste nummer. Zelfs na talloze keren afspelen, is er steeds weer wat nieuws te ontdekken. Daarbij verlang je als luisteraar naar nog meer Flying Horseman. Want zo werkt dat nu eenmaal bij hardnekkige verslavingen.
Over het vinyl
Zo divers als de muziek is, zo sober en treffend is het artwork. De sombere persoon met de handen aan weerszijden van het hoofd, de angstige roodtinten, de summiere informatie. Op de twee dikke 180 grams-platen (af te spelen op 45 toeren om de beste kwaliteit te waarborgen) is enkel een label geplakt met een treffend symbool: een oneindig hartje waar je letterlijk in lijkt te verdwijnen en die daardoor nooit meer overgaat. Veel treffender kun je deze review niet eindigen, lijkt me.
Flying Horseman – Night Is Long (Unday Records)