PJ Harvey - The Hope Six Demolition Project
Er is maar één woord dat dit geweldige negende album van de invloedrijke Britse artieste PJ Harvey goed samenvat: ellende. Het is qua muziek al ruwer, rauwer en stekeliger dan het vorige album Let England Shake. Maar het zijn dit keer ook de teksten die zo mogelijk nog meer confronterend zijn en letterlijk tijden in je hoofd kleven als je ze doorleest. De artieste schreef ze naar aanleiding van reizen naar Afghanistan, Kosovo en achterstandswijken in Washington. Het is kortom een muziekproject dat handelt over niet al te mooie dingen in het leven: afbraak, nood en andere armzaligheid zijn nooit ver weg. De dood ook niet trouwens.
Door Dennis Dekker
In het geheel geen gemakkelijke kost dus. Samen met filmmaker en fotograaf Seamus Murphy maakte PJ Harvey deze reis. Oorlog en armoede, daar werden ze vrijwel continu mee geconfronteerd. De titel van dit album is een verwijzing naar het, ook vaak bekritiseerde, Amerikaanse revitaliseringsproject Hope VI waarbij achterstandswijken opgeknapt moeten worden. Dat zegt alvast een boel: ellende inderdaad.
Hoop
Toch is er hoop. Althans, zo klínken sommige songs. De teksten laten stelselmatig iets heel anders blijken, namelijk. In het openingsnummer bijvoorbeeld, laat PJ Harvey letterlijk anderen (politici waarschijnlijk) aan het woord over de situatie in Amerikaanse achterstandswijken. Okay, ’t is er niet overal mooi en goed voor elkaar, maar kijk toch eens wat er allemaal voor een moois te zien is. En, o ja, er komt natuurlijk ook een supermarkt. Met een Arcade Fire-achtige opbouw bouwt het koor laag voor laag op: ‘They’re gonna put a Walmart here’. Hoe moeilijk de aangesneden problematiek ook klinkt, het nummer danst bijna uit de boxen; als was het de meest toegankelijke hitsingle van het jaar.
Ook A Line In The Sand, klinkt lichtvoetig. Mede ook door de enorm hoge, lijzige zanglijn van Polly Jean. Toch vraagt de artieste zich hardop af of het westen in oorlogsgebieden wel altijd de juiste keuzes heeft gemaakt. En dat het vanaf nu toch écht beter moet.
Wat de denken van de met klaterende handclaps omlijste uptempo song The Wheel, oh zo vrolijk van toon. Al verhaalt Polly Jean keihard over 28.000 vermiste kinderen. Stuk voor stuk; verschillen de composities lichtjaren met de teksten.
Sloop
Op andere plekken van het album is die muzikale hoop en lichtvoetigheid volledig verdwenen. Het tweede nummer van het album (The Ministry Of Defence) bijvoorbeeld. De botte riff, de tekstflarden zonder uitzicht (‘This is how the world will end’), de zeer visueel beschreven (kansloze) situatie van deze door haarzelf bezochte plek in Afghanistan.
Het prachtige bluesy, maar tevens neerslachtige Chain Of Keys bezingt op treffende wijze een uitzichtloze situatie van een platgebombardeerd (?) dorp.
De repeterende welbekende zinsnede ‘Wade in the water, God's gonna trouble the water’ maakt het trieste laatste nummer op kant A (River Anacostia) tot religieuze hymne.
In The Ministry Of Social Affairs vraagt PJ Harvey letterlijk aan de luisteraar wat er in vredesnaam gebeurd is, dat er zo veel armoede in de wereld is. Het nummer groeit uit tot een verzengende freejazz-jam.
Het treurige, rustige slotstuk Dollar Dollar vertelt treffend over een bedelend kind waar de artieste vanuit een auto mee geconfronteerd werd.
U begrijpt: veel sloop, weinig hoop.
Project
Een project vol ellende, dat is het. Samen met filmmaker Murphy maakte ze er al een boek over (The Hollow Of The Hand). Murphy die tevens filmpjes bij de nummers van het voorgaande album Let England Shake, filmde en fotografeerde de situaties. PJ Harvey schreef teksten. Ook dit hedendaagse, en tevens geweldig gelukte, protestalbum past perfect bij dat project.
Muzikaal is er in de elf nummers wederom veel ruimte voor de door, veelal door PJ Harvey zelf bespeelde, (alt)sax. Die kreeg bij het vorige album ook al een hoofdrol. Over hoofdrol gesproken: alle nummers hebben enorm veel ruimte voor koorzang. Iets dat de sfeer van de songs een enorme plus geeft.
PJ Harvey heeft deze plaat begin vorig jaar in één maand opgenomen met muzikant, producer en all time rechterhand John Parish. Samen met Flood heeft Parish het album ook geproduceerd. Die andere innige muziekvriend Mick Harvey, maar ook Alain Johannes en saxofonist Terry Edwards zijn enkele andere artiesten die mee hebben geholpen aan dit album.
Over het vinyl
Klap de hoes met het mooi getekende ‘ellende-wapen’ van Michelle Henning open en een verstilde foto van Seamus Murphy verschijnt. Mooie besneeuwde bergen op de achtergrond. Ergens midden tussen de verroeste autowrakken zit de artieste zelf. Kladblokje op schoot, diep weggedoken in haar capuchon. Je ziet hoe ze zich voelt: ellendig. Advies? Snel die 180 grams plaat er uit pakken en horen hoe geweldig dergelijke ellende kan klinken.
PJ Harvey - The Hope Six Demolition Project (Island/Universal Music)