Sunday Sun - Jan Teertstra
Zoals vermoedelijk iedereen van mijn generatie, kwam ik met vinyl in aanraking omdat mijn ouders helemaal overstapten op CD. Dat was toch veel praktischer. Niet alleen omdat je ze makkelijk meenam, zelfs in de auto, maar je hoefde ze ook niet steeds om te draaien en een beetje stof maakte ook niet meer uit. Ik greep direct mijn kans en confisqueerde rond mijn 12e hun platenspeler, die ik nu nog altijd gebruik. Een Thorens. Mijn vader had een flinke vinylcollectie, vooral klassiek, maar ik wist er een aantal popplaten uit te vissen. Sommige kende ik, in elk geval van naam, zoals Sgt. Pepper’s of Pink Floyd’s Meddle. Anderen koos ik omdat de hoes me fascineerde. De plaat Into the Purple Valley van Ry Cooder moest wel goed zijn, leek me. En bleek ook fantastisch. Maar één plaat uit die collectie had een eigenaardige aantrekkingskracht op me: O Lucky Man! van Alan Price. De hoes was verweerd, misschien was er ooit een glas overheen gevallen, de stofhoes was verfomfaaid. Die had vaak op de draaitafel gelegen, leek me.
Toen mijn vader na een paar weken eens kwam kijken wat ik allemaal uit de kast had gevist, vroeg hij inderdaad direct of ik die plaat wel gevonden had. Hij vertelde me dat hij de film vreselijk slecht vond, maar de soundtrack geweldig. Het leek alsof hij op dat moment een heel klein beetje spijt had dat hij die plaat niet voor een laatste keer gedraaid had.
Ik heb altijd van het verzamelen van oude spullen gehouden en kwam na elke Koninginnedag thuis met stapels LP’s. Mijn vinylcollectie werd groter en groter, maar die plaat van Alan Price ben ik altijd blijven draaien. Er zat iets in zijn stem, zijn liedjes en zeker in de begeleiding waar ik geen genoeg van kreeg. Het fascineerde me. Mijn vader kocht O Lucky Man! op cd, maar dat voelde toch niet helemaal hetzelfde, merkte ik. Die plaat luister je niet in de auto of op je iPod.
Ik ging uit huis en nam alles mee. Ik baseerde mijn vriendschap met gitarist Frank van Kasteren (Sir James) op onze gezamenlijke liefde voor de plaat Little Criminals van Randy Newman (ook uit mijn vader’s kast). We dronken vrijwel iedere nacht in zijn of mijn huis te veel bier en luisterden elkaars vinyl, maar eindigden altijd met Old Man on the Farm. Echt elke avond. En we hebben er nooit doorheen gepraat.
Ik merkte dat een plaat meer kan betekenen dan alleen de muziek die erop staat. Zodra ik die het door omgevallen bier rimpelige karton van de hoes vastpakte, was ik weer terug in één van die nachten. Frank had in die tijd al de neiging om alles om zich heen te verklaren, en dan vooral luchtige thema’s als het leven, de dood, verslaving en de liefde. Ik moet nog altijd lachen als ik besef dat het enige wat hij niet van commentaar voorzag die plaat was. Want daar praatten we niet doorheen. Niet alleen omdat we het wilden horen, maar vooral omdat het niet te verklaren was.
Toen herinnerde ik me de vraag van mijn vader weer en realiseerde me dat O Lucky Man! waarschijnlijk iets soortgelijks bij hem opriep. Ik spoorde hem aan om toch weer een platenspeler te kopen (de mijne kreeg hij natuurlijk niet terug) en gaf hem al zijn vinyl terug. Hij verklaarde toen met veel gevoel voor dramatiek dat hij alles nog één keer ging beluisteren, maar volgens mij heeft hij sinds dat moment geen CD meer vastgepakt. Het is toch iets wat vinyl met je doet. Misschien zou ik zijn CD-collectie eens moeten uitpluizen op zoek naar pareltjes. Maar iets zegt me dat ik daar niet dezelfde romantiek ga vinden als toen ik door zijn vinyl ging.
Ik gaf hem dus al zijn vinyl terug. Alles, behalve Little Criminals van Randy Newman. Die heb ik stiekem gehouden.
Jan Teertstra-Sunday Sun
We Let Go (V2 Records – 17 nov. 2014)